Groninger blaarkop

Nederland kent al eeuwenlang blaarkoppen, zowel zwarte als rode. In 1344 werd er in een klooster bij Monnickendam 12 zwarte en 7 rode blaarkoppen geteld. In 1865 werd de blaarkop tot de beste van Nederland gerekend, dit komt vanwege zijn soberheid, dunrzaamheid en geschikt voor vlees en melkopbrengst (dubbeldoelkoe). Voor goede koeien bestaat er altijd belangstelling, zo ontstond er op de Leidse markt veel belangstelling voor de blaarkop, men zag ze dan ook in de omgeving van Leiden (Zuid-Holland en Utrecht) veel lopen. Zelfs de Friezen kochten blaarkoppen op om ze vet te weiden, en het als slachtvee naar de Londense markt te verkopen. Er waren rond 1900 zwarte, rode, valen en zelfs zilvergrijze blaarkoppen. In 1906 bleef het Nederlands Rundvee Stamboek de rode blaarkoppen weigeren, dit was aanleiding om in 1908 het Groninger Rundvee Stamboek op te richten, dat in 1918 het Groninger Blaarkop Rundvee Stamboek ging heetten. In 1920 telde het stamboek 1100 leden, vrijwel alle bezitters waren of werden lid, dit was van korte duur. Er werd streng geselecteerd en de jaren erna ging het snel bergafwaarts met het ledenbestand, vooral toen het Nederlands Rundvee Stamboek ook de rode blaarkop ging erkennen. Vanaf 1947 werd het Groninger stamboek niet meer meegeteld, waardoor de vereniging zich in 1957 ophief. In de jaren 50 bestond de Nederlandse veestapel nog uit 5% blaarkoppen, waarvan 10% uit rode blaarkoppen. Vanaf de jaren 80 verschenen de holsteinkoeien/ stieren die ook de blaarkoppen bezochten. In 1986 toen het ras nog 20.000 zuivere koeien telde werd het Blaarkop Rundvee Syndicaat opgericht. In 1994 telde heel Nederland ongeveer 1000 zuivere blaarkoppen, waardoor er weer een stuk nostalgie is verdwenen.

De stand van zaken nu

Doordat er steeds meer aan de weg wordt getimmerd naar biologische artikelen en biologische melk en de standaard melk niet als inkomsten meer gezien wordt, (vanwege melkquotum) wordt de vraag naar blaarkop weer iets groter. Ook hobby-boeren willen blaarkoppen houden vanwege hun degelijkheid. Men verwacht zelfs dat deze koeien in de toekomst een onmisbare waarde voor het opnieuw opzetten van de melkvee-stapel nodig zal zijn.